Ze blijven hun moeders vragen:
‘Is er geen brood en wijn?’, versmachtend op de pleinen van de stad, als gewonden op het slagveld; in de armen van hun moeders stroomt het leven uit hen weg.
Waarmee zal ik je vergelijken, Jeruzalem, welk voorbeeld kan ik je tonen? Waaraan zal ik je gelijkstellen, vrouwe Sion? Hoe kan ik je troosten? Wijd als de zee gapen je wonden – wie kan je genezen? Je profeten hebben je bedrogen met valse visioenen – hadden ze maar je wandaden onthuld om je lot nog te keren! Ze hebben je valse orakels verkondigd om je te misleiden. Allen die voorbijgaan wringen de handen als ze jou zien; ze sissen van afschuw, schudden meewarig het hoofd over Jeruzalem:
‘Is dit nu die stad, volmaakt van schoonheid, vreugde voor de wereld?’
Al je vijanden sperren hun mond naar je open; ze fluiten, grijnzen en spotten:
‘We hebben haar verwoest! Ja, dit is de dag waarop we hoopten, hiernaar hebben wij uitgezien!’ De HEER heeft gedaan wat Hij bepaald had, Hij bracht ten uitvoer wat Hij lang geleden had besloten:
vernietiging zonder mededogen. Hij liet je vijand triomferen, je tegenstanders gaf Hij de macht.
Het hart van het volk schreeuwt tot de Heer. – O, muur van Sion, laat je tranen stromen als een rivier, dag en nacht, aan één stuk door; gun je ogen geen rust. Weeklaag in de nacht, jammer tot aan de ochtend, stort je hart uit als water, ten overstaan van de Heer. Hef je handen naar Hem op, voor het leven van je kinderen, die op elke straathoek van honger versmachten.
HEER, zie mij, merk toch op wie U dit aandoet. Moeten vrouwen de kinderen eten die ze zelf hebben gebaard? Moeten priester en profeet worden gedood in het heiligdom van de Heer? Op straat liggen de lijken van mannen, jong en oud, mijn meisjes en mijn jongemannen zijn gevallen door het zwaard; U doodt hen op de dag van Uw toorn, meedogenloos slacht U hen af. U riep mijn ergste vijanden bijeen, als was het een feestdag. Op de dag van de toorn van de HEER kan niemand ontkomen, niemand overleeft; de kinderen die ik baarde en grootbracht, worden door mijn vijand gedood.